“Experimenteren kun je leren!” Onder dat motto kan elke docent met deze bundel aan de slag. Er zijn experimenten die heel klein en kort zijn en weinig voorbereiding nodig hebben, maar ook een heel lesuur kan in het teken staan van een experiment. Het doel is om met simpele dingen zoals schelpen of kaartjes leerlingen (ingewikkelde) economische begrippen te laten ervaren. Hiervoor is geprobeerd om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van de middelbare scholieren maar het uiteindelijke lastige economische begrip niet uit het oog te verliezen. Hopelijk beleven jullie als docenten, maar zeker ook jullie leerlingen net zo veel plezier aan het werken met de bundel als wij met het schrijven en uitvoeren ervan hebben ervaren.
VOORWOORD
Ferry Haan
Eindelijk zicht op de magische 10 procent
Van elke tien economielessen zou er eentje gebruikt moeten worden voor een experiment. Dat was althans één van de doelstellingen van de commissie Teulings. Een ambitie die bij lange na niet wordt gehaald. Ik ken althans geen docent die het haalt. Ik ben zelf al blij en trots wanneer ik één à twee keer experimenteer in een jaar. Misschien zijn de enige economiedocenten die deze doelstelling wel halen, de Vrolijke Economen. Ik begrijp nu ook hoe ze het doen. Ze hebben een hele trits experimenten tot in detail uitgeschreven en die delen ze met elkaar. Dat scheelt een hoop voorbereidingstijd.
Van elke tien economielessen zou er eentje gebruikt moeten worden voor een experiment. Dat was althans één van de doelstellingen van de commissie Teulings. Een ambitie die bij lange na niet wordt gehaald. Ik ken althans geen docent die het haalt. Ik ben zelf al blij en trots wanneer ik één à twee keer experimenteer in een jaar. Misschien zijn de enige economiedocenten die deze doelstelling wel halen, de Vrolijke Economen. Ik begrijp nu ook hoe ze het doen. Ze hebben een hele trits experimenten tot in detail uitgeschreven en die delen ze met elkaar. Dat scheelt een hoop voorbereidingstijd.
De toegevoegde waarde van deze bundel is natuurlijk dat de vrolijke economen hun expertise delen. De voorbereidingstijd is dé reden dat docenten niet aan experimenten beginnen. Dat verzin ik niet zelf, maar dat blijkt ook uit evaluaties van de vernieuwing van het economieprogramma door de SLO. Experimenten hangen er maar een beetje bij. En dat is onterecht.
De experimenten zijn namelijk een welkome afwisseling in de toch soms wat saaie economielessen. Leerlingen waarderen de experimenten meestal goed, al zien ze de experimenten vooral als een 'lolletje', blijkens een SLO-evaluatie van een paar jaar geleden.
Hoe behouden we de experimenten, terwijl de leerlingen ze tegelijkertijd ook serieus nemen? Dat is de uitdaging voor de economiedocent. Hierbij helpt deze bundel enorm. De experimenten zijn origineel en meteen toepasbaar. Ik verheug mij vooral op het experiment 'Lol met de Mol'.
Lol, lukt namelijk altijd met een experiment. De vraag is voor wie. Onderschat namelijk niet wat een docent in de vingers moet hebben, om een experiment goed te laten verlopen. Ik herinner nog goed dat ik in mijn eerste jaar voor de klas, nu zo’n acht jaar geleden, de vloer van het lokaal bezaaid zag met stukjes plastic. Dit was het restant van het experiment 'vissen' (een soort tragedy of the commons). Ik had plastic roerstokjes gebruikt als vissen en deze blijken in heel kleine stukjes gebroken te kunnen worden. De leerlingen hadden zich met dit experiment opperbest vermaakt, maar ik mocht op mijn knieën de stukjes plastic uit het tapijt peuteren.
Een redelijk klassenmanagement is wel een voorwaarde om een experiment tot een goed einde te leiden. Of alle potentiële leerwinsten ook behaald worden, is hierna de vraag. De debriefing is hier erg belangrijk. Nabespreken is een vaardigheid die met ervaring steeds een beetje beter wordt. Veel experimenteren, is dus de boodschap.
Overigens valt mij altijd op dat leerlingen veel coöperatiever zijn dan ze volgens de speltheorie zouden moeten zijn. Leerlingen gunnen elkaar veel meer dan de experimenten voorspellen. Het gedrag van de leerlingen is, zeg maar, niet helemaal conform dat van de 'homo economicus'. Gelukkig maar.
Ferry Haan
Docent economie Jac P Thijsse College
Geassocieerd lid Onderwijsraad